Wat is de betekenis van verlichten?

verlichten - Werkwoord 1. (ov) van licht voorzien ♢ De lantaarnpaal ernaast verlichtte de auto maar gedeeltelijk. 2. (ov) minder zwaar maken ♢ De afgeworpen ballast verlichtte de ballon voldoende om boven de berg uit te stijgen. 3. (ov) minder moei...

verlichten - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-lich-ten 1. zorgen dat er licht op schijnt ♢ hij verlichtte de kamer met een gloeilamp 2. het minder zwaar of pijnlijk maken ♢ het drankje verlic...

v., (lichter maken), forlichtsje; (helder maken), forljochtsje.

...

...

(verlichtte, heeft verlicht), 1. van licht voorzien, zijn licht mededelen aan : de zon verlicht de aarde ; 2. licht maken ; dienen, resp. aanwenden om de duisternis te verdrijven: drie kaarsen verlichtten het vertrek ; de straatweg wordt met electrische lantarens verlicht; 3. (fig.) geestelijk licht, inzicht, kennis brengen t...

I. verlichtte, h. verlicht (helder maken, beschijnen): een tuin illumineren; een stad verlichten; zie ook verlicht. II. verlichtte, h. verlicht (minder zwaar maken): iems. zorgen verlichten, d. i. hem opbeuren, helpen; ik voelde me heel wat verlicht; met een verlicht gevoel.

A. (verlichtte, heeft verlicht) [< liebt I] I. Eig. 1. Algm. van licht voorzien. 2. Inz. illumineren: geheel het dorp was verlicht; een tuin -. II. Metf. kennis, wetenschap, ontwikkeling bijbrengen: het volk -. B. (verlichtte, heeft verlicht) [< licht II] I. Eig. lichter, minder zwaar maken: een schuit -. II. Metf. 1. verminderen: i...

...