Wat is de betekenis van verlengen?

verlengen - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-leng-de 1. langer maken ♢ we gaan dit tuinpad twee meter verlengen Regelmatig werkwoord: ver-leng-de ik verleng jij/u verlengt ...

(ov ww; verlengde; h. verlengd) SP - bewust langer maken van de paslengte om in een bepaald (vast) loopritme te komen (bv. bij het hordelopen) of om op de juiste plek goed uit te komen, bv. bij het verspringen of voor de springplank voor een turntoestel. • Iedere loper zal voor zich de doelmatigste individueel verschillende lengte van de pas en het...

v., forling(j)e, -langje.

...

(verlengde, heeft verlengd), 1. langer maken : een lijn, een weg verlengen ; 2. langer doen duren : zijn verblijf, een reisje verlengen ; opdat uwe dagen verlengd worden (Exod. 20: 12) ; een geregelde levenswijze verlengt ons leven; — (fig.) een wissel verlengen, de termijn van betaling opschorten, prolonge...

verlengde, h. verlengd (langer maken of doen duren): een wissel verlengen, een termijn van betaling verlengen.

(verlengde, heeft verlengd) 1. langer maken: een touw -; zijn reis, het verlof -. Tgst. ➝ afkorten. 2. langer doen duren: een termijn van betaling -; vreugde verlengt het leven. 3. er de termijn van betaling van opschorten, prolongeren: een wissel -.

(verlengde, heeft verlengd), 1. langer maken: een weg verlengen. 2. langer doen duren: een reisje verlengen ; een wissel verlengen, de termijn van betaling opschorten, prolongeren; 3. verder doen strekken.

...