Vergoelijken
v., ûntskuldigje, goedprate, forguodlikje, ophimmelje, bihimmelje, biklauwe, bisleiferje; schertsend —, mei de gek bislaen.
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., ûntskuldigje, goedprate, forguodlikje, ophimmelje, bihimmelje, biklauwe, bisleiferje; schertsend —, mei de gek bislaen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(vergoelijkte, heeft vergoelijkt), goedpraten, verschonen, in het goede voorstellen : iemands slecht gedrag vergoelijken; hij meent het niet zo kwaad, zei hij vergoelijkend.
M. J. Koenen's (1937)
vergoelijkte, h. vergoelijkt (verschonen): nu zoekt hij zijn misslag te vergoelijken, een fraaie glimp er aan te geven; zijn tekortkomingen vergoelijken.
Jozef Verschueren (1930)
(vər’goeləkən) (vergoelijkte, heeft vergoelijkt) verschonen, verbloemen, verontschuldigen : zijn tekortkomingen -.
J.H. van Dale (1898)
VERGOELIJKEN - (vergoelijkte, heeft vergoelijkt), verschoonen, verontschuldigen: iemands slecht gedrag vergoelijken; fouten, tekortkomingen vergoelijken. VERGOELIJKING, v. (-en), het vergoelijken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: