verdrietigheid
Verdriet, onaangenaamheid, ellende, last; ook: ongemak, ongerief. ’t Was weerom koud in huis maar er hing entwat in de lucht: ’t overblijfsel van die sterke hoop op uitkomst waarmede ze gister gaan slapen waren en dat miek (= maakte) den uchtend anders en buiten de gewone verdrietigheid van koude en gebrek, STREUVELS, Dagen...