Wat is de betekenis van verdicht?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verdicht

verdicht - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van verdichten 2. gebiedenwijs van verdichten 3. voltooid deelwoord van verdichten

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verdicht

bn., verzonnen: een verdicht verhaal; — vals : onder een verdichte naam schrijven.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verdicht

bn. (verzonnen): een verdicht verhaal.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verdicht

(vər'dicht) bn. en bw. verzonnen, vals : een – verhaal; een –e naam of pseudoniem.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verdicht

bn., verzonnen: een verdicht verhaal.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERDICHT

VERDICHT - bn. verzonnen, valsch een verdicht verhaal; onder een verdichten naam schrijven.

2024-04-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Verdicht

Verdicht, bn. (-er, -st), verzonnen, valsch. *-EN, bw. gel. verzinnen, uitdenken, bedenken. *-ER, m., *-STER, v. (-s), die verzint. *-ING, v. (-en), het verdichten; verzinsel. *-SEL, o. (-s), verzonnen verhaal; fabel; logen. *-SELKUNDE, v. gmv. fabelleer. *-SELTJE, (B. -N), o. (-s), kleine fabel, klein verdicht verhaal.