verdicht
verdicht - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van verdichten 2. gebiedenwijs van verdichten 3. voltooid deelwoord van verdichten
Wiktionary (2019)
verdicht - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van verdichten 2. gebiedenwijs van verdichten 3. voltooid deelwoord van verdichten
J.H. van Dale (1898)
VERDICHT - bn. verzonnen, valsch een verdicht verhaal; onder een verdichten naam schrijven.
I.M. Calisch (1864)
Verdicht, bn. (-er, -st), verzonnen, valsch. *-EN, bw. gel. verzinnen, uitdenken, bedenken. *-ER, m., *-STER, v. (-s), die verzint. *-ING, v. (-en), het verdichten; verzinsel. *-SEL, o. (-s), verzonnen verhaal; fabel; logen. *-SELKUNDE, v. gmv. fabelleer. *-SELTJE, (B. -N), o. (-s), kleine fabel, klein verdicht verhaal.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: