Wat is de betekenis van Verbouwen?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

verbouwen

1) (1980+) (inf.) in elkaar slaan. • `Kom jij maar eens even mee naar buiten. Zulle we je even verbouwen.' (Het Parool, 18/10/1986) • 'Herkent u me nog?' 'Jazeker,' zegt de herbergier, 'jij bent toch die gast die ze verbouwd hebben.' (Hans Moll: De hoeken van de ring. 1987) • Hij dreigde Lizzies witte geishagezichtje te verbouwen...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verbouwen

verbouwen - Werkwoord 1. (ov) anders bouwen Het huis werd totaal verbouwd. 2. (ov) planten telen De verbouwde bieten zaten barstensvol suiker. Woordherkomst Afgeleid van bouwen met het voorvoegsel ver-

2024-04-26
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

verbouwen

Veranderen van de constructie en de indeling van een gebouw.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verbouwen

verbouwen - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-bou-wen 1. laten groeien uit zaad ♢ deze boer verbouwt aardappels 2. gedeeltelijk afbreken en weer opbouwen ♢ wij hebben dit voorjaar ons huis ver...

2024-04-26
Jargon & Slang van Politieagenten en rechercheurs

Marc De Coster (2017)

Verbouwen

Verbouwen - het in puin slaan, vernielen van een winkel of huis. Ook: iemand in elkaar slaan.

2024-04-26
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

verbouwen

(Iemand) In elkaar slaan. Ook: vernielen (bijvoorbeeld van meubilair). Dit eufemisme is erg populair onder jeugdige vandalen. De laatste keer dat de heren uit Breukelen voor een sportontmoeting op de NPA waren, hadden ze even een toilet verbouwd. Vrij Nederland, 13-04-85 Jij bent toch die gast die ze verbouwd hebben. Hans Moll: De hoe...

2024-04-26
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Verbouwen

Verbouwen - jeugdslang voor ‘vernielen’. → uitwonen. De laatste keer dat de heren uit Breukelen voor een sportontmoeting op de NPA waren, hadden ze even een toilet verbouwd. Vrij Nederland, 13-04-85 Leo: ‘Na een vergadering kun je briefjes vinden met: Als je daarbij blijft komen we bij jou de boel wel eens even verbouwen...’ NRC Handelsblad, 07-02...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verbouwen

v., forbouwe; (van vruchten) bouwe; zelf verbouwd, eigenboud.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)