Verbouwen - jeugdslang voor ‘vernielen’. → uitwonen.
De laatste keer dat de heren uit Breukelen voor een sportontmoeting op de NPA waren, hadden ze even een toilet verbouwd. Vrij Nederland, 13-04-85
Leo: ‘Na een vergadering kun je briefjes vinden met: Als je daarbij blijft komen we bij jou de boel wel eens even verbouwen...’ NRC Handelsblad, 07-02-87
We komen jullie kantoor nog wel verbouwen. En kijk voortaan wie er achter je loopt. Trouw, 13-10-88
Vrienden van S. hadden ruzie met anderen gekregen en het plan was om eens even de boel te gaan verbouwen. Nieuwe Revu, 27-05-98
in elkaar slaan, hevig afranselen.
Kom jij maar eens even mee naar buiten. Zulle we je even verbouwen. Het Parool, 18-10-86
In de bus van het klimcentrum naar het Leger des Heils-kantoor vertelt cursusleider Wim Hogebrug dat Paul degene is die tijdens de leerstraf de meeste punten heeft verdiend. Amfie: ‘Ik heb toch niet de minste, Wimpie? Anders ga ik je straks even verbouwen.’ Nieuwe Revu, 18-06-97