Wat is de betekenis van verbindend?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verbindend

verbindend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanverbinden

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verbindend

verbindend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ver-bin-dend 1. wat ergens een verbinding mee vormt ♢ deze klos vormt een verbinding tussen tafelblad en tafelpoot 1. verbindende uitspraak [verbindt b...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

verbindend

samevoegend; verpligtend.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verbindend

bn., 1. een band of binding vormend : de verbindende delen ; — (wijsbeg.) een verbindend oordeel, besluit; 2. geldend met gezag, verplichtend: de wet is voor allen verbindend.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verbindend

(vər'bindənt) bn. en bw. die, dat verbindt inz. 1. [→ verbinden (II 1 d)] verplichtend : de wet is voor allen -. 2. [→ verbinden (II 2)] verenigend : de woordjes „dat”, „of” zijn -e voegwoorden omdat zij zinnen onder elkander verbinden.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERBINDEND

VERBINDEND - bn. bindend; (fig.) verplichtend : de wet is voor allen verbindend; — (taalk.) verbindende voegwoorden, de woordjes dat en of die vele soorten van zinnen met den hoofdzin verbinden; (wijsbeg.) een verbindend oordeel, besluit.