Wat is de betekenis van VERBEIDEN?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verbeiden

verbeiden - Werkwoord 1. (inerg) in afwachting van iets geduld oefenen Zij verbeidden zijn terugkomst. Woordherkomst afgeleid van beiden met het voorvoegsel ver-

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Verbeiden

verwachten; afwachten

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verbeiden

v., (for)biidzje, forwachtsje.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verbeiden

(verbeidde, heeft verbeid), 1. (deft. of verh. st.) wachten tot iets geschiedt, afwachten: iemands komst verbeiden ; — vervolgens iemand verbeiden, wachten tot hij komt: onze ziel verbeidt den Here (Ps. 33 : 20); vand. een ogenblik, tijdstip verbeiden, de komst, het aanbreken er van afwachten; — (oneig.) te w...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verbeiden

verbeidde, h. verbeid (wachten, afwachten, verwachten).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verbeiden

(vər'beidən) (verbeidde, heeft verbeid) Beft. verwachten : we zullen je daar -. Syn. → afwachten.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verbeiden

(verbeidde, heeft verbeid), (ook: beiden), (litt. taal) verwachten, afwachten: iemands komst verbeiden; een ogenblik, tijdstip verbeiden.

2024-04-26
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)