verbeiden
...
Wiktionary (2019)
verbeiden - Werkwoord 1. (inerg) in afwachting van iets geduld oefenen ♢ Zij verbeidden zijn terugkomst. Woordherkomst afgeleid van beiden met het voorvoegsel ver-
Van Dale Uitgevers (1950)
(verbeidde, heeft verbeid), 1. (deft. of verh. st.) wachten tot iets geschiedt, afwachten: iemands komst verbeiden ; — vervolgens iemand verbeiden, wachten tot hij komt: onze ziel verbeidt den Here (Ps. 33 : 20); vand. een ogenblik, tijdstip verbeiden, de komst, het aanbreken er van afwachten; — (oneig.) te w...
Jozef Verschueren (1930)
(vər'beidən) (verbeidde, heeft verbeid) Beft. verwachten : we zullen je daar -. Syn. → afwachten.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(verbeidde, heeft verbeid), (ook: beiden), (litt. taal) verwachten, afwachten: iemands komst verbeiden; een ogenblik, tijdstip verbeiden.
Instituut voor de Nederlandse taal
verbeiden ww. 'afwachten, wachten op' categorie: geleed woord Mnl. verbeiden 'verwachten, wachten op' in nit ne mochte sijs uerbeiden want cort die spacie was daertoe 'maar ze kon het niet verwachten, want daarvoor was de tijd te kort' [1265-70; VMNW], die verbeidden die beroeringe des waters 'die lagen te wacht...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: