Vatbaarheid
Het geheel van eigenschappen die een ras meer of minder geschikt maken als gastheer. Het tegenovergestelde van vatbaarheid is resistentie.
Hendrik Leurs (2015)
Het geheel van eigenschappen die een ras meer of minder geschikt maken als gastheer. Het tegenovergestelde van vatbaarheid is resistentie.
Veerman (1954)
1. (plantk.) Het geheel van soort- of raseigenschappen, die een plant geschikt maken als voedsterplant voor een bepaald pathogeen of virus (vgl. Gevoeligheid). 2. (veet.) Hoewel er individuele en ook rasverschillen in v. bestaan t.o.v. besmettelijke en andere ziekten, heeft men, in tegenstelling tot de plantent., nooit resistente veerassen gefokt....
Van Dale Uitgevers (1950)
v., het vatbaar-zijn: 1. gevoeligheid: vatbaarheid voor kou. 2. geschiktheid: de vatbaarheid van dit begrip voor nauwkeurige omschrijving.
M. J. Koenen's (1937)
v. (1 bevattelijkheid; 2 geschiktheid, aanleg): 1 de redenaar schikt zich naar de vatbaarheid der toehoorders; 2 vatbaarheid voor abstracte studie.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(biol.) min of meer sterk uitgesproken gevoeligheid van plant- en diersoorten (resp. rassen) voor bepaalde ziekten. In de laatste jaren is de proefondervindelijke erfelijkheidsleer erin geslaagd o.a. bij cultuurplanten een aantal rassen te kweeken, die voor bepaalde ziekten onvatbaar zijn. Men kent thans inderdaad fusariumvrije katoenrassen, wratzi...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., het vatbaar-zijn; ontvankelijkheid; geschiktheid. In de pathologie is vatbaarheid een gradueel begrip en tegengesteld aan resistentie; het dient onderscheiden te worden van gevoeligheid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: