Wat is de betekenis van VANEEN?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vaneen

vaneen - Bijwoord 1. van elkaar Woordherkomst samenstelling van van en een Verwante begrippen afzonderlijk, apart, gescheiden, terzijde

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

vaneen

(bw.) uit elkaar, gescheiden. ‘Het betonnen schot tussen ons en de naaste buur werd meegesleurd en de vier betonnen pilaren liggen in stukken vaneen. Ook de hele beplanting van de buren ligt bij ons. Overal liggen scherven en onze voordeur gaat niet meer dicht.’ Toen de auto tot stilstand kwam, zat de bestuurder geklemd in zijn wagen. -...

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

vaneen

In Vl.-België zeer gewoon in de gemeenz. spreekt., in de bet.: van elkaar, uit elkaar; ook: aan stukken; van pers. ook gescheiden. Die twee zijn al zeker een jaar vaneen, Gehoord te Boom nov. 1977. Opm.: In de standaardt. zo goed als volledig verdrongen door uit of van elkaar e.d. - Zie ook WNT XVIII, 442 e....

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

vaneen

uitmekaar, in stukke.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vaneen

bw., in N.-Ned. niet in spreektaal (men zegt van of uit elkaar), in het Zuiden echter de gewone verb., 1. de (het) een van de (het) ander, van elkander : mensen wier belangen zeer vaneen afwijken kunnen (Vermeylen); 2. weg van, uit elkander: man en vrouw zijn vaneen, leven gescheiden; 3. aan stukken, stuk enz.: mijn schoenen zijn vaneen. Opm. V...

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vaneen

bw.; van of uit elkaar: dit bijw. komt voor als eerste lid van enige scheidb. samengest. w.w., waarvan de leden der onbep. wijs (uitgezonderd met te) en der volt. deelw. aaneengeschreven worden, als: vaneenbarsten, vaneenrijten: de ballon zal vaneenbarsten, loopt gevaar vaneen te barsten, is vaneengebarsten.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vaneen

bw. van, uit elkaar, in stukken. Opm. Vaneen vormt met werkwoorden scheidbare samenstellingen: vaneenbarsten, barstte vaneen, is vaneengebarsten; vaneenrijten, -rukken, -scheiden, -scheuren, -splijten, -springen, -trekken, -vallen.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vaneen

bw., van of uit elkaar.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)