Wat is de betekenis van VALEUR?

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Valeur

[Fr., van VLat. valor, valoris = waarde; van Lat. valere; zie valabel] (gelds)waarde.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Valeur

waarde (vero.)

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Valeur

waarde van het geld, waarde of duur der muzieknoten

2024-04-29
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Valeur

waarde; dapperheid, moed; betekenis; bedrag, geldswaarde; valeurs, geldswaardige papieren, effecten, fondsen; valeur locative, huurwaarde; valeur marchande, marktwaarde; valeur militaire, gevechtswaarde; valeurs mobilières, geldswaardige papieren; valeur nominale, nominale waarde; valeur nutritive, voedingswaarde; valeur reçue, waarde...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Valeur

(Fr.), v. (-s), 1. (veroud.) waarde; — (muziek) waarde of duur der noten of pauzen; 2. (mv.) als schildersterm gebruikt door kunsthistorici en critici, vooral m. betr. t. het werk der zgn. impressionisten : de valeurs dezer meesterwerken.

2024-04-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

valeur

(Fr.) v. waarde; geldigheid (bv. van een munt special ; ~ reçue, Î waarde genoten (op wissels).

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

valeur

v. valeurs (Fr. [Lat. valor]: waarde inz. in geld, geldigheid).

2024-04-29
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

valeur

(Fr.), v. waarde; geldigheid.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

valeur

v. (-s) [Fr. < Lat. valor] waarde.