Vakwerkbouw
m., bouwwijze met vakwerk.
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)
Bouw in houten stijl- en regelwerk, waarbij de wanden als een (zie) vakwerk worden samengesteld. De open ruimten tussen stijlen, regels en schoren worden gevuld met vlechtwerk van tenen en leem (vitswerk, vits), steen of planken. Vroeger gebruikelijke bouwwijze in Midden- en West-Europa, van de Alpen tot Zuid-Scandinavië. In XIII-XVII met rijk...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)
Vakwerkbouw is een bijzondere manier van bouwen waarbij de dragende muren uit zichtbare balken van hout (1) bestaan en de tussenruimten worden gevuld met leem op een vlechtwerk van twijgen; sinds de 16e eeuw.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
noemt men in de bouwkunde de bouwwijze, waarbij de dragende delen in hout of gewapend beton (skeletbouw) zijn uitgevoerd. De vulling geschiedt met ramen, hout, leem op houtwerk of met metselwerk. De hoeken maakt men stijf en onvervormbaar door het doelmatig aanbrengen van schoren of hoekvullingen. In de oude steden ziet men nog vele voorbeelden van...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Vakwerkbouw - (burgerlijke bouwkunde). Tot steun en indeeling van de wanden van een gebouw heeft men in vroeger tijden eerst een samenstel van verticale en horizontale balken opgetrokken, waartusschen dan een vulling van steen of bij primitiever bouwwijze een vlechtwerk van houten gaarden, afgepleisterd met leem, werd aangebracht. Deze bouwwijze ga...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: