Wat is de betekenis van vakantieweek?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

vakantieweek

week bestemd voor vakantie. periode van een week die jaarlijks vast terugkeert en voor vakantie is bestemd, of die men zelf vrij heeft gepland om vakantie te houden. Voorbeelden: De artsen [...] hebben 6 weken per jaar vakantie en recht op 10 cursusdagen. In onze praktijksituatie zijn de vakantieweken als volgt gespreid: Eén w...

Gerelateerde zoekopdrachten