Wat is de betekenis van Vaillant?

2024-05-01
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Vaillant

Henriëtta; geb. Utrecht 10 december 1875, overl. Den Haag 13 december 1949. Woonde en werkte o.m. in Rotterdam, Delft, Den Haag tot 1943, Rosmalen tot 1945, Den Haag tot 1946, Beilen tot 1947, toen weer in Den Haag. Leerlinge van de Akademie v. B.K. in die stad o.l.v. Den Hertog en van de Polytechnische School te Delft olv. A. E. Lacombl&eacu...

2024-05-01
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Vaillant

I. dapper, moedig, kloek, manhaftig; n'avoir pas un sou vaillant, geen cent bezitten; II. vermogen, bezitting.

2024-05-01
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vaillant

Vaillant - (Jean Foy), Fransch munt- en penningkundige, 1632—1706, heeft vele werken in het Latijn over oude geschiedenis en munten geschreven.

2024-05-01
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vaillant

Wallerant, Zuidned. schilder, tekenaar, graficus, 30.5.1623 Rijsel, ♱28.8.1677 Amsterdam. Vaillant vestigde zich in 1643 te Amsterdam. Van 1656-58 verbleef hij in Frankfort aan de Main, waar hij van prins Ruprecht van de Palts de zwarte-kunsttechniek leerde. In deze techniek maakte hij vele portretten en reprodukties van schilderijen. Zijn portrett...

2024-05-01
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Vaillant

Vaillant. Onder dezen naam vermelden wij: Wallerant Vaillant, een verdienstelijk schilder en graveur, geboren te Rijssel in 1625. Hij ontving onderwijs van Quellinus te Antwerpen, teekende in 1658 te Frankfort ter gelegenheid der krooning van keizer Leopold I onderscheidene portretten, begaf zich met den hertog de Grammont naar Parijs, waar hij afb...