Wat is de betekenis van Văcŭēfācĭo?

2024-04-29
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Văcŭēfācĭo

fēci, factum (3), pass. văcŭēfīo, factus sum, fiĕri, leeg maken, ontvolken, Scyrum, Nep., morte uxoris domum novis nuptiis (dat.), Cic., possessiones bello vacuefactae, verlaten, onbeheerd, Nep., c. abl., fasces securibus, de bundels ontdoen van de bijlen, de bijlen uit de bundels nemen, Val. Max.

Gerelateerde zoekopdrachten