Wat is de betekenis van Utiliteit?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

utiliteit

utiliteit - Zelfstandignaamwoord 1. de mate waarin iets bruikbaar is 2. een toestel dat zijn nut bewijst 3. een organisatie die een nuttige dienst levert, zoals stroom of water Woordherkomst afgeleid van utiel met het achtervoegsel -iteit afgeleid van het Franse utilité (met het achtervoegsel -iteit) Synoniemen [1] b...

2024-04-30
Psychosociale gespreksvoering

Markus van Alphen (2015)

Utiliteit

Utiliteit - letterlijk: gebruikswaarde, oftewel hoe bruikbaar, effectief en efficiënt een gereedschap is onder de huidige omstandigheden.

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Utiliteit

[Lat. utilitas] nuttigheid.

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Utiliteit

nut; persoon die voor allerlei kleine rollen wordt gebruikt (ton.); voorziening

2024-04-30
Management begrippenlijst

Drs. J. Heemstra & Drs. H.E. Wijnberg (1991)

Utiliteit

Geschiktheid om tegemoet te komen aan menselijke behoeften. Wordt door de school van de Utilitaristen als voornaamste richtsnoer voor het menselijk handelen aanvaard. Utiliteitsgebouwen zijn in de regel gebouwen waarin groepen van mensen arbeid verrichten (fabrieken, kantoren, kazernes enz.).

2024-04-30
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

utiliteit

nuttigheid.

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Utiliteit

bruikbaarheid, nuttigheid) .

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Utiliteit

(<Fr.), v., 1. nut, bruikbaarheid; — 2. (ton.) persoon die voor allerlei kleine rollen wordt gebezigd.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

utiliteit

v. nut. nuttigheid, voordeligheid.