Wat is de betekenis van utiliteitsbouw?

2024-04-26
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

utiliteitsbouw

Het bouwen van fabrieken, kantoren, magazijnen, kazernes e.d.. De term is van toepassing op bouwwerken sedert XIX. In deze sector werden reeds vroeg constructies van gietijzer, staal en gewapend beton gemaakt.

2024-04-26
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

utiliteitsbouw

Utiliteitsbouw is gebouwen met een openbaar karakter en tot nut van het algemeen, bijv. aquaduct, brug, fabriek, school, station.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Utiliteitsbouw

o. (-en), gebouw dat voor een doeleinde van maatschappelijk nut dient, zoals: pakhuizen, fabrieken, scholen, kazernes en ziekenhuizen.

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Utiliteitsbouw

De bouwkunst, voorzoover deze betrekking heeft op bedrijfsgebouwen. De u. is zoo oud als de architectuur zelf; reeds bij de primitieve volkeren zijn stallen, graanschuren e.d. noodig. Ook de pakhuizen uit de M.E. zijn goede voorbeelden van u. In den modernen tijd evenwel heeft, parallel met de economische ontwikkeling, de u. een zeer groote vlucht...

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Utiliteitsbouw

m., de bouw van bouwwerken met zakelijke bestemming, zoals fabrieken, kantoren, magazijnen, waterstaatswerken.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten