Wat is de betekenis van uitzieken?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitzieken

uitzieken - Werkwoord 1. (medisch) (intr) een ziekte geheel tot volledige genezing verwerken Woordherkomst samenstelling van uit en zieken

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitzieken

(ziekte uit, heeft en is uitgeziekt, 1. door aanhoudende ziekten verzwakken; 2. uitwerken als ziekte : dat moet eerst uitzieken; inz. fig. van allerlei misstanden gezegd; 3. zijn ziekte uitvieren, door laten werken.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitzieken

ziekte uit, h., i. uitgeziekt (een ziekte goed uitvieren, geheel beter worden): dat moet eerst uitzieken, gezuiverd worden, doordat de ziekte de slechte elementen heeft doen verdwijnen; veelal fig.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitzieken

('uit) (ziekte uit, uitgeziekt) I. (heeft) een ziekte uitvieren. II. (is) 1. door aanhoudende ziekten verzwakken. 2. door aanhoudende ziekten gezuiverd worden. 3. niet meer ziek zijn : eindelijk was hij uitgeziekt.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITZIEKEN

UITZIEKEN - (ziekte uit, heeft en is uitgeziekt), door aanhoudende ziekten verzwakken; (ook) door aanhoudende ziekten gezuiverd worden; niet meer ziek zijn : eindelijk was hij uitgeziekt.

2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)