Wat is de betekenis van uitstrooien?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitstrooien

uitstrooien - Werkwoord 1. (ov) strooiend verspreiden Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en strooien(werkwoord)

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

uitstrooien

uitstrooien - regelmatig werkwoord uitspraak: uit-strooi-en 1. door strooien over een oppervlak verspreiden ♢ ik heb zand over de gladde stoep uitgestrooid 2. overal rondvertellen ♢ je moet geen...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitstrooien

v., útstruije.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitstrooien

(strooide uit, heeft uitgestrooid), 1. over zekere oppervlakte strooien; 2. (fig.) overal vertellen, verspreiden : praatjes, valse geruchten uitstrooien.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitstrooien

strooide uit, h. uitgestrooid (strooiend verspreiden): het zaadje op de akker uitstrooien; fig. praatjes uitstrooien, verspreiden.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitstrooien

('uit) (strooide uit, heeft uitgestrooid) 1. strooiend uitspreiden : kalimest -. 2. verspreiden : praatjes -.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Uitstrooien

(strooide uit, heeft uitgestrooid), strooiend verspreiden; (fig.) praatjes, valse geruchten uitstrooien, overal vertellen.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITSTROOIEN

UITSTROOIEN - (strooide uit, heeft uitgestrooid), strooiende uitspreiden; (fig.) verspreiden (b. v. valsche tijdingen). UITSTROOIING, v. het uitstrooien.