uitstrooien
uitstrooien - Werkwoord 1. (ov) strooiend verspreiden Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en strooien(werkwoord)
Wiktionary (2019)
uitstrooien - Werkwoord 1. (ov) strooiend verspreiden Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en strooien(werkwoord)
Muiswerk Educatief (2017)
uitstrooien - regelmatig werkwoord uitspraak: uit-strooi-en 1. door strooien over een oppervlak verspreiden ♢ ik heb zand over de gladde stoep uitgestrooid 2. overal rondvertellen ♢ je moet geen...
Van Dale Uitgevers (1950)
(strooide uit, heeft uitgestrooid), 1. over zekere oppervlakte strooien; 2. (fig.) overal vertellen, verspreiden : praatjes, valse geruchten uitstrooien.
M. J. Koenen's (1937)
strooide uit, h. uitgestrooid (strooiend verspreiden): het zaadje op de akker uitstrooien; fig. praatjes uitstrooien, verspreiden.
Jozef Verschueren (1930)
('uit) (strooide uit, heeft uitgestrooid) 1. strooiend uitspreiden : kalimest -. 2. verspreiden : praatjes -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(strooide uit, heeft uitgestrooid), strooiend verspreiden; (fig.) praatjes, valse geruchten uitstrooien, overal vertellen.
J.H. van Dale (1898)
UITSTROOIEN - (strooide uit, heeft uitgestrooid), strooiende uitspreiden; (fig.) verspreiden (b. v. valsche tijdingen). UITSTROOIING, v. het uitstrooien.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: