uitstorten
uitstorten - regelmatig werkwoord uitspraak: uit-stor-ten 1. ergens uit vandaan stoten ♢ tijdens het vrijen wordt het zaad uitgestort 2. de inhoud eruit gooien ♢ je moet de mand met druiven uits...
Muiswerk Educatief (2017)
uitstorten - regelmatig werkwoord uitspraak: uit-stor-ten 1. ergens uit vandaan stoten ♢ tijdens het vrijen wordt het zaad uitgestort 2. de inhoud eruit gooien ♢ je moet de mand met druiven uits...
Van Dale Uitgevers (1950)
(stortte uit, heeft en is uitgestort), 1. stortende verwijderen uit, wegwerpen, resp. ledigen: de inhoud van een mand, en vand. een mand uitstorten; (fig.) voor iem. uiten, openbaren: zijn gebeden voor Gods troon uitstorten; klachten uitstorten ; zijn hart uitstorten, zeggen wat men op het hart heeft; bij iem. zijn ge...
J.H. de Ruijter (1940)
(zijn hart, zijn ziel). 1 SAMUEL I vers 15. PSALM 42 vers 5. PSALM 62 vers 9.
M. J. Koenen's (1937)
stortte h. uitgestort (stortend doen vallen, leegstorten): water op de vloer uitstorten; (kruiwagens met) mest op het land uitstorten; fig. zijn hart uitstorten, zeggen, wat men in of op het hart heeft; refl. rivieren, die zich in dit meer uitstorten, uitstromen.
Jozef Verschueren (1930)
('uit) (stortte uit, heeft uitgestort) 1. stortend uitwerpen, ledigen : een emmer -. ➝ fiool. 2. zich -, vallen : die rivier stort zich uit in de Maas. 3. verspreiden, uitspreiden : mest over het veld. 4. openbaren : aan iemand zijn hart, gemoed -; zijn gebeden voor Gods troon.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(stortte uit, heeft en is uitgestort), 1. stortend laten vallen: water op de vloer uitstorten; (fig.) zijn hart uitstorten, zeggen wat men op het hart heeft; 2. zich uitstorten, uitstromen, vallen: die rivier stort zich uit in de Rijn.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: