uitnodigen
uitnodigen - Werkwoord 1. (ov) iemand verzoeken iets bij te wonen ♢ Hij nodigde hen uit voor een belangrijke bijeenkomst. Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en nodigen(werkwoord)
Wiktionary (2019)
uitnodigen - Werkwoord 1. (ov) iemand verzoeken iets bij te wonen ♢ Hij nodigde hen uit voor een belangrijke bijeenkomst. Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en nodigen(werkwoord)
Muiswerk Educatief (2017)
uitnodigen - regelmatig werkwoord uitspraak: uit-no-di-gen 1. ertoe aanmoedigen ♢ het weer nodigt uit tot een flinke wandeling 2. verzoeken je gast te zijn ♢ ik nodigde hem uit te komen logeren...
Van Dale Uitgevers (1950)
(nodigde uit, heeft uitgenodigd), het verzoek richten tot (iem.) iets te doen, ergens of bij iem. te komen enz.: hij nodigde mij uit met hem naar de schouwburg te gaan; — (abs.) te logeren vragen: ze hebben mij voor een paar dagen uitgenodigd; — (fig.) verlokken : het fraaie weer nodigt ons uit tot wandelen.
Jozef Verschueren (1930)
(nodigde uit. heeft uitgenodigd) verzoeken : iemand op een feest -; iemand tot een dans, een gesprek, een wandeling -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(nodigde uit, heeft uitgenodigd), verzoeken om iets te doen of iets bij te wonen: voor een lezing uitnodigen, a. om een lezing te houden; b. om een lezing bij te wonen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: