Wat is de betekenis van UITKAPPEN?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

uitkappen

(2004) (voetb.) de tegenstander met een paar kapbewegingen voorbij gaan. • Dirk helpt ’m vaak. Die laat zich gewillig scharen en uitkappen. Speelt trouw de – saaie – rol van kaatser als Rafael na een een-tweetje wil afronden op doel. (Jan Eilander: Rafael. 2004) • Vooral zijn tweede goal staat me nog bij: Ron Vlaar uitk...

2024-04-27
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

uitkappen

uitgooien, uitkieperen De jongens komen onverhoeds een geleende badmuts water uitkappen over hem. (Hugo Raes, Een tijdelijk monument) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 3 Vlaamsheid: 4

2024-04-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

uitkappen

1. In ’t alg.: (iets) door met een daartoe bestemd werktuig (bijl e.d.) te hakken, verwijderen; uithakken; inz. m. betr. t. bomen, bossen e.d.: rooien; - met objectsverwisseling: (bomen, takken enz.) verwijderen; - m. betr. t. slachtdieren: slachten en voor de verkoop gereedmaken. 2. (Steen, zand enz.) uit een kipkar storten, uitkippen...

2024-04-27
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Uitkappen

noemt men in de bosb. het verspreid vellen van bomen in een houtopstand in tegenstelling met leegkappen, waarbij alle bomen op een vlakte worden geveld. Dunnen en het verwijderen van zieke en dode bomen is een algemeen toegepaste wijze van u. Geschiedt de uitkap echter om regelmatig de natuurlijke verjonging over de gehele oppervlakte tot stand te...

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitkappen

(kapte uit, heeft uitgekapt), 1. door kappen of houwen wegnemen; in ’t bijz. (bosb.) in toepassing op het uitkapbedrijf (zie boven), plenteren; — met objectsverwiss.: een boom uitkappen, er enige takken van uithouwen. 2. door kappen vormen of aanbrengen (in steen, metaal of hout).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitkappen

(kapte uit, heeft uitgekapt) 1. door kappen eruit verwijderen : een steen (uit een muur) -. 2. door kappen wegnemen : een boom -. 3. ten einde kappen.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITKAPPEN

UITKAPPEN - (kapte uit, heeft uitgekapt), ten einde kappen; kappende of houwende snoeien, wegnemen : een boom uitkappen, er eenige takken van uithouwen.