uitgieten
uitgieten - Werkwoord 1. (ov) (een houder) leeggieten Woordherkomst samenstelling van uit en gieten Antoniemen ingieten
Wiktionary (2019)
uitgieten - Werkwoord 1. (ov) (een houder) leeggieten Woordherkomst samenstelling van uit en gieten Antoniemen ingieten
Van Dale Uitgevers (1950)
(goot uit, heeft uitgegoten), gietende doen vloeien uit —, resp. ledigen: zij schepten water en goten het uit (1 Sam. 7:6); een emmer water uitgieten; (fïg.) uitstorten: zijn gramschap, de fiolen van zijn toorn over iem. uitgieten. 2. (w. g.) door water te gieten blussen.
Jozef Verschueren (1930)
(goot uit, heeft uitgegoten) 1. gietend uit doen vloeien, ledigen : water -. 2. door water te gieten uitdoven : een brand -. 3. uitstorten : zijn gramschap op iemand -.
J.H. van Dale (1898)
UITGIETEN - (goot uit, heeft uitgegoten), gietende uitstorten, ledigen : een emmer water uitgieten; — door water te gieten blusschen: het vuur uitgieten; (fig.) uitstorten: zijne gramschap op iem. uitgieten. UITGIETING, v. (-en), het uitgieten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: