Wat is de betekenis van Uitgescheten?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

uitgescheten

1) (1991) (inf.) doodmoe; totaal uitgeput. Syn.: uitgekakt*. • `Hoe voelde je je na de Pyreneeën? `Uitgescheten, hulpeloos. Ik had geen benen meer, maar ik was te trots om mijn nederlaag toe te geven en ben verder gegaan.' (Nieuwe Revu, 01/08/1991) • Uitgescheten is hij, moppert hij. En uitgeschreven. (De Volkskrant, 16/11/1991)...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitgescheten

uitgescheten - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van uitschijten Woordherkomst voltooid deelwoord van uitschijten en een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛɪ/ - /e/)

2024-04-29
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Uitgescheten

Uitgescheten - informeel voor ‘doodmoe; totaal uitgeput’. → uitgepierd, uitgepoept. ‘Hoe voelde je je na de Pyreneeën?’ ‘Uitgescheten, hulpeloos. Ik had geen benen meer, maar ik was te trots om mijn nederlaag toe te geven.’ Nieuwe Revu, 01-08-91 Uitgescheten is hij, moppert hij. En uitgeschreven. de Volkskrant, 16-11-91

2024-04-29
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Uitgescheten

uitgestoten, ongewenst, uit de gunst: hij wordt door iedereen uitgescheten. Vgl. Duits ausgeschissen. Bet. eveneens ‘uitgeput, doodop’. Slanguitdr. ‘Hoe voelde je je na de Pyreneeën?’ ‘Uitgescheten, hulpeloos. Ik had geen benen meer, maar ik was te trots om mijn nederlaag toe te geven en ben verder gegaan.’ (Nieuwe Revu, 01/08/91) Uitgescheten is...

Gerelateerde zoekopdrachten