Uitgescheten - informeel voor ‘doodmoe; totaal uitgeput’. → uitgepierd, uitgepoept.
‘Hoe voelde je je na de Pyreneeën?’ ‘Uitgescheten, hulpeloos. Ik had geen benen meer, maar ik was te trots om mijn nederlaag toe te geven.’ Nieuwe Revu, 01-08-91
Uitgescheten is hij, moppert hij. En uitgeschreven. de Volkskrant, 16-11-91