Wat is de betekenis van uitdijen?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitdijen

uitdijen - Werkwoord 1. ergatief meer of groter worden, toenemen De beverstand zal de komende jaren verder uitdijen door projecten die de rivieren en beken meer ruimte geven. 2. ergatief in omvang toenemen, aangroeien Einstein ging ook uit van een statisch heela...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitdijen

v., (út)tine, útdije.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitdijen

(dijde uit, is uitgedijd), zich uitzetten, groter van omvang worden, zwellen: gort dijt sterk uit bij het koken; het uitdijend heelal, het heelal waarin, volgens zekere theorie, alle sterrengroepen zich van zeker punt en van elkaar voortdurend verder verwijderen; — (oneig.) in de nieuwe druk is de brochure tot een boek uitged...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitdijen

dijde uit, i. uitgedijd (uitzwellen, uitzetten).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitdijen

(uid) (dijde uit, is uitgedijd) zich uitzetten, zwellen : gort dijt flink uit bij het koken; een boekwerk dat tot tien delen zal -.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Uitdijen

(dijde uit, is uitgedijd), zich uitzetten, groter van omvang worden, zwellen.

2024-04-27
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITDIJEN

UITDIJEN - (dijde uit, is uitgedijd), zich uitzetten, zwellen : gort dijt flink uit bij het koken. UITDIJING, v.