uitdijen - Werkwoord
1. ergatief meer of groter worden, toenemen
♢ De beverstand zal de komende jaren verder uitdijen door projecten die de rivieren en beken meer ruimte geven.
2. ergatief in omvang toenemen, aangroeien
♢ Einstein ging ook uit van een statisch heelal, maar uit zijn algemene relativiteitstheorie bleek onomstotelijk dat het heelal moest uitdijen of ineenstorten.
3. ergatief dikker worden, opzwellen
♢ Laat het licht langzaam uitdijen zodat het je hele kamer vult.
4. (refl) zich ~ in omvang toenemen
♢ Het tekort op de begroting heeft zich alsmaar uitgedijd.
Woordherkomst
samenstelling van uit(bijwoord) en dijen(werkwoord)
Synoniemen
[1] groeien, toenemen
[2] aangroeien, aanwassen, expanderen, uitdeinen, uitgroeien, zich uitzetten, vergroten
[3] opzetten, opzwellen, zwellen
Antoniemen
[1] krimpen
[2] verschrompelen
[3] inkrimpen, slinken
Verwante begrippen
[1] rijzen, vermeerderen, [2] verruimen, verwijden, [3] uitbreiden
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: