Wat is de betekenis van uitblinken?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitblinken

(blonk uit, heeft uitgeblonken), glinsteren, schitteren boven iets anders uit, inz. fig., het of de genoemde overtreffen: hij blonk boven allen uit; meest abs.: bij een examen uitblinken, een mooi figuur maken.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitblinken

uitblinken - Werkwoord 1. (inerg) ~ in uitzonderljk goed presteren Hij blonk vooral uit in wiskunde. Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en blinken(werkwoord)

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

uitblinken

uitblinken - onregelmatig werkwoord uitspraak: uit-blin-ken 1. beter presteren dan anderen ♢ Thorvald blinkt uit in wiskunde Onregelmatig werkwoord: uit-blin-ken ik blink uit (... ik uitblink) ...

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitblinken

v., útblinke, -ljochtsje, -stekke, derút rinne, derút kippe.

2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitblinken

blonk uit, h. uitgeblonken (uitstekend zijn, anderen in aanleg, talent, kennis, kunst overtreffen): bij een examen uitblinken boven anderen.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitblinken

(blonk uit, heeft uitgeblonken) 1. glinsteren, schitteren : boven iets anders -. 2.uitsteken boven, overtreffen : hij blonk boven allen uit door zijn wetenschap; bij een eksamen -.