uitbetalen
uitbetalen - Werkwoord 1. (ditr) geld geven om de kosten te voldoen ♢ Ze hebben zijn salaris net op het juiste moment uitbetaald. Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en betalen(werkwoord)
Wiktionary (2019)
uitbetalen - Werkwoord 1. (ditr) geld geven om de kosten te voldoen ♢ Ze hebben zijn salaris net op het juiste moment uitbetaald. Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en betalen(werkwoord)
Muiswerk Educatief (2017)
uitbetalen - regelmatig werkwoord uitspraak: uit-be-ta-len 1. er geld als betaling voor geven ♢ het overwerk wordt uitbetaald 2. de moeite lonen, terugverdiend worden ♢ die vriendelijke woorden...
Van Dale Uitgevers (1950)
(betaalde uit, heeft uitbetaald), betaling doen van het genoemde aan de rechthebbende(n): loon, een cheque uitbetalen; — abs.: arbeiders uitbetalen, hun hun loon geven; — passief: de coupons worden uitbetaald (zijn betaalbaar gesteld) bij; — verzuimde uren worden niet uitbetaald, daarvoor...
M. J. Koenen's (1937)
betaalde uit, h. uitbetaald ([aan verschillende personen] het loon enz. betalen): de arbeiders uitbetalen.
Jozef Verschueren (1930)
(betaalde uit, heeft uitbetaald) 1. uit de kas betalen. 2. aan verscheidene personen betalingen doen. Syn. →afbetalen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(betaalde uit, heeft uitbetaald), betaling doen van het genoemde aan de rechthebbende(n): een cheque uitbetalen; abs.: arbeiders uitbetalen, hun hun loon geven.
J.H. van Dale (1898)
UITBETALEN - (betaalde uit, heeft uitbetaald), betalingen doen aan verscheidene personen; de coupons worden uitbetaald (zijn betaalbaar gesteld) bij .. . UITBETALING, v. (-en), het uitbetalen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: