uitbenen
uitbenen - Werkwoord 1. (ov) het been uit (het vlees) halen ♢ Hij was het vlees aan het uitbenen. Woordherkomst samenstellende afleiding van uit (bijwoord) en been bot met het achtervoegsel -en dat een werkwoord vormt
Wiktionary (2019)
uitbenen - Werkwoord 1. (ov) het been uit (het vlees) halen ♢ Hij was het vlees aan het uitbenen. Woordherkomst samenstellende afleiding van uit (bijwoord) en been bot met het achtervoegsel -en dat een werkwoord vormt
Muiswerk Educatief (2017)
uitbenen - regelmatig werkwoord uitspraak: uit-be-nen 1. de botten uit het vlees verwijderen ♢ de slager beende de karbonades uit Regelmatig werkwoord: uit-be-nen ik been uit (... ik uitbeen)...
Van Dale Uitgevers (1950)
(beende uit, heeft uitgebeend), het been uit het vlees halen: hammen worden uitgebeend; uitgebeend klapstuk; — (fig.) iemand uitbenen, zoveel mogelijk uit hem halen, voordeel van hem halen, melken; (ook) scherp examineren.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(beende uit, heeft uitgebeend), het been uit (het vlees) halen; (fig.) er uit halen wat er in zit.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: