uitbenen - regelmatig werkwoord
uitspraak: uit-be-nen
1. de botten uit het vlees verwijderen
♢ de slager beende de karbonades uit
Regelmatig werkwoord: uit-be-nen
ik been uit (... ik uitbeen)
jij/u beent uit (... jij uitbeent)
hij/zij beent uit (... hij uitbeent)
wij/zij/jullie benen uit (... wij uitbenen)
ik/jij/u/hij/zij beende uit (... ik uitbeende)
wij/zij/jullie beenden uit (... wij uitbeenden)
hij heeft uitgebeend
de/het/een uitgebeende ....
uitbenend, uitbenende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk