Wat is de betekenis van Uchtend?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uchtend

m., dicht, voor ochtend; — de ochtend des levens, de prille jeugd; — (meton.) het Oosten: de voortbrengselen aller luchtstreken, die van den uchtend en van den avond (Potgieter).

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uchtend

m. uchtenden (lit. t. Z.-N. ochtend): de uchtend des levens, nl. de eerste levensjaren.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uchtend

('uchtənt) m. (-en) Dicht, ochtend.

2024-04-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Uchtend

Uchtend, m. zie OCHTEND; (dicht.) de - des levens, de prille jeugd.

Gerelateerde zoekopdrachten