Wat is de betekenis van twijfelen?

twijfelen - Werkwoord 1. (inerg) ~ tussen: op twee gedachten hinken ♢ Ze twijfelde tussen de ene jurk en de andere. 2. (inerg) ~ aan: het vermoeden hebben dat iets niet waar is ♢ Er werd aan zijn oprechtheid getwijfeld. Woordherko...

twijfelen - regelmatig werkwoord uitspraak: twij-fe-len 1. je bent onzeker en je wacht nog even voordat je iets doet ♢ hij twijfelt of hij weer naar school gaat 2. het niet helemaal geloven ♢ tw...

v., twivelje, twifelje.

...

(twijfelde, heeft getwijfeld), 1. onzeker zijn ten aanzien van wat te doen, besluiteloos zijn: als je nog twijfelt, doe het dan niet. 2. de waarheid of het zo-zijn van iets niet stellig kunnen aanvaarden, onzeker achten: ik twijfel aan de betrouwbaarheid, de juistheid van

twijfelde, h. getwijfeld (in twijfel of onzekerheid zijn): twijfelen aan; twijfelen of; niet twijfelen of.

(‘twijfələn) (twijfelde, heeft getwijfeld) 1. in twijfel, in onzekerheid zijn : aan iemands eerlijkheid -. 2. zonder vast beginsel zijn inz. op het stuk van godsdienst.

Werkwoord: iets maar half kunnen geloven, een ongelovig gezicht zetten, iets in twijfel trekken, in dubio staan, twijfelen, niet met zekerheid weten, nog groen koren op zijn veld hebben, betwijfelen, geloof weigeren aan iem. (iets), ergens geen haar van geloven, iets afwijzen, niet aan praatjes hechten, zijn ogen (oren) niet kunnen geloven,...

(twijfelde, heeft getwijfeld), 1. onzeker zijn ten aanzien van wat te doen, besluiteloos zijn; 2. onzeker achten: aan iemands oprechtheid twijfelen; daar valt niet aan te twijfelen, dat is onbetwistbaar; 3. zonder vast beginsel zijn.