Wat is de betekenis van turbator?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Turbator

m. (-s), onruststoker.

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Turbator

onruststoker.

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Turbator

onruststoker, opruier

2025-07-16
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Turbātōr

ōris, m. opruier, onruststoker, verwarder, stoorder, vulgi, Liv., turbatores betti, die door onrust oorlog zoeken te verwekken, Liv.

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

turbator

turbator - m., onruststoker, opruier.

2025-07-16
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)