trompetter
1) (1984) (< Westfries, sch.) neus. • Trompetter, znw. de. Ook: 1. Schertsend voor neus. 2. Schertsend voor iemand die luid en langdurig de neus snuit. (Jan Pannekeet: Westfries woordenboek. 1984) 2) (1950) (Vlaanderen, inf.) drinkebroer. Zie ook: trompetten*. • Trompetter. Een drinkebroer. (L. Lievevrouw-Coopman: Gents...