Gepubliceerd op 01-11-2017

trompetter

betekenis & definitie

trompetter - Zelfstandignaamwoord
1. iemand die een trompet bespeelt

trompetter - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trompetteren
♢ Ik trompetter
2. gebiedende wijs van trompetteren
trompetter!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trompetteren
trompetter je?

Woordherkomst
Afgeleid van de stam van trompetten met het achtervoegsel -er.

Synoniemen
trompettist