Wat is de betekenis van Trekhond?

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Trekhond

s., karrehoun.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Trekhond

m. (-en), hond als trekdier gebezigd.

2024-04-28
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Trekhond

De hond, een gewezen roofdier dat lichtgebouwd was om zijn veelal grotere prooi in te halen en zeer buigzaam om de horens en hoeven van het vervolgde dier te ontwijken, is, mede door de dunne zolen zijner voeten, lichamelijk allerminst een trekdier. Dat hij nochtans vermag te trekken, is mede een gevolg van zijn oorsprong. Immers de gras- of bladet...

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

trekhond

m. -en; karhond.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

trekhond

m. (-en) hond als trekdier gebezigd.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Trekhond

m. (-en), als trekdier gebruikte hond. De trekhond wordt veel ingezet in de poolstreken, waar men sterke keesachtigen en poolhonden (laika’s, huskies e.d.), in spannen van 12—20 honden, beladen sleden over ijs en sneeuw laat trekken. Daarnaast kende men in West-Europa lange tijd trekhonden die karren voorttrokken, als vervanging van paa...

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)