Wat is de betekenis van treffer?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

treffer

treffer - Zelfstandignaamwoord 1. iets dat doel treft 2. gelukkig toeval 3. (informatica) resultaat van een zoekopdracht in een bestand Woordherkomst Naamwoord van handeling van treffen met het achtervoegsel -er

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

treffer

treffer - zelfstandig naamwoord uitspraak: tref-fer 1. gunstig toeval ♢ dat ik jou hier tegenkom is echt een treffer 2. een bom, kogel, granaat etc. die het doel raakt ♢ bij deze treffer werden...

2024-04-26
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Treffer

Treffer - doelpunt.

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

treffer

raakskoot; iets wat algemene byval vind (wysie).

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Treffer

s., treffer.

2024-04-26
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Treffer

prijs (in de loterij); treffen; doelpunt.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Treffer

m. (-s), 1. wat treft; kogel die het doel raakt; — worp in het kegelspel die de kegels treft; 2. buitenkans, vaak in verkleinv. treffertje.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

treffer

m. -s, treffertje; 1. een raakschot; kogel, bal die het doel raakt: van de 100 schoten waren er maar 10 treffers; ook: (kegelspel) bal, die de kegels raakt; 2. gelukkig toeval: dat is een treffer!