Wat is de betekenis van Transformator?

(Lat.), m. (-en, -s), toestel tot het omzetten van een electr. stroom van hoge spanning in een van lagere spanning of omgekeerd.

transformator - Zelfstandignaamwoord 1. elektromagnetisch toestel dat toelaat de spanning te verhogen of te verlagen in een wisselstroomnet, met behoud van de frequentie Woordherkomst Naamwoord van handeling van transformeren met het achtervoegsel -ator

transformator - zelfstandig naamwoord uitspraak: trans-for-ma-tor 1. toestel dat elektrische stroom omzet van lage spanning naar hoge spanning of andersom ♢ je hebt een transformator nodig om deze verlichting te laten werken Zelfstandig naamwoord...

1). In elektriciteit Een toestel dat door de werking van elektromagnetisme wisselstroom van een bepaalde spanning (primaire spanning genoemd). omzet naar een andere, meestal lagere, spanning (secundaire spanning genoemd). Soms zijn er twee (verschillende). secundaire spanningen. Ze komen veelvuldig en op alle spanningsniveaus voor in elektriciteits...

Een apparaat dat een hoge spanning kan omzetten in een lage spanning, en andersom.

[modern Lat.] inrichting om elektrische wisselstroom om te zetten in een van andere (hogere of lagere) spanning.

toestel dat wisselspanning omzet in een ander voltage

transformator - Elektrische hulpmiddelen om circuits wederzijds te koppelen, over het algemeen gebruikt om de energietoevoer van het ene naar het andere voltage over te schakelen.

toestel voor het omzetten van wisselstroom in een hogere Of lagere spanning. In zijn eenvoudigste vorm bestaat net stroomsterkte) toestel uit een weekijzeren kern (opgebouwd uit van elkaar geïsoleerde stukken), waaromheen twee draadklossen gewonden zijn. De ene draadklos bestaat meestal uit weinig windingen van dik draad (de primaire winding),...