Wat is de betekenis van trammetje wippen?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

trammetje wippen

(1925) (Rotterdam) (als kinderspel) op de achterbumper van de tram meerijden. • „Trammetje wippen", dat beteekende het stilletjes op een rijdende tram springen en zoo op de treeplank een eind mee rijden,' zonder dat 4? conducteur het merkte. (De Gooi- en Eemlander, 02/08/1925) • Gisteravond om kwart voor zeven is het gevaarlijke tr...