Wat is de betekenis van Trāma?

2024-04-29
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

trama

inslag (weefsel); fig. intrige.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Trāma

ae, f. schering, ketting (van een weefsel), vand. trama figurae, een mens als een schim, Pers., tramae putridae, nietigheden, bagatellen, Pl.

2024-04-29
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

trama

f. inslag (van een stol); komplot, samenzwering; opzet (van een toneelstuk).