Wat is de betekenis van Traiteur?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

traiteur

traiteur - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die maaltijden maakt om mee naar huis te nemen Woordherkomst Naamwoord van handeling van het Franse traiter met het achtervoegsel -eur

2024-04-26
Klein hotelvademecum

Peter Joh .M. Zuidweg (2017)

Traiteur

Uitzendkok-restaurateur. Ondernemer die spijzen bereidt die kunnen worden afgehaald of aan huis worden bezorgd.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Traiteur

kok die maaltijden bereidt die meegenomen kunnen worden

2024-04-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

traiteur

Persoon die klaargemaakte warme of koude schotels en gerechten aan huis bezorgt: uitzendkok; - ook in toep. op het bedrijf. Traiteur J. verzorgt al uw feesten, Annoncenblad 7/1/1977, p. 2. De Leuvense traiteur, D.D.M., haalde een belangrijke krachttoer uit. De geboren organisator ... speelde het klaar alle aanwezigen naar hartelust te laten...

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

traiteur

traiteur - m., gaarkok.

2024-04-26
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-26
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Traiteur

(fr.) gaarkok, iemand die open tafel houdt.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)