traagzaam
traag; langzaam. traag en vaak ook moeizaam; langzaam; in een laag tempo; op langzame, trage wijze. Voorbeelden: Maar het was haar onmogelijk ook maar haar voeten te bewegen of haar blik af te wenden van haar zoon die traagzaam zijn ingestudeerde zinnen voordroeg: "Ik heb gisteren alle papieren ondertekend, moeder." Lut...