toxine
toxine - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch): gifstof, gewoonlijk een potente, complexe, organische verbinding van biologische oorsprong
Wiktionary (2019)
toxine - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch): gifstof, gewoonlijk een potente, complexe, organische verbinding van biologische oorsprong
Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)
Giftige stof die meestal uit eiwitten bestaat en die wordt gemaakt in planten (bijv. paddenstoelen), dieren (bijv. slangen) en micro-organismen (bacteriën) (uitspraak: tok-SIE-nu). Als je vis of vlees lang buiten de koelkast bewaart, gaan bacteriën daarin toxinen maken. Eet je dat voedsel dan op, dan krijg je een voedselvergiftiging. Botulinetoxine...
Frans Verstappen (2004)
Schadelijke (gif) stof van bacteriën of andere organismen (planten, slangen); een toxine bindt zich aan een of meerdere receptormoleculen van cellen die daardoor ontregeld raken.
drs. L.A. Beeloo (1981)
gifstof die door ziekteverwekkende bacteriën wordt gevormd. Vaak ontstaan in het lichaam spontaan afweerstoffen; zie ook antitoxinen.
G. Th. van Kempen (1974)
giftige stof, gevormd door bacteriën, slangen en planten, waartegen antitoxme wordt gevormd, waardoor de toxine onwerkzaam wordt, ➝ antistoffen.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
een van dier, microbe of plant afkomstige giftige stof, welke na een zekere incubatie-tijd ziekteverschijnselen doet ontstaan door zijn antigene werking ; entero-t. zie ook anatoxine en immuniteit.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: