torn
(17e eeuw) (zeem.) beurt: 'aan de torn zijn': aan de beurt zijn. een 'taaie torn' is een zware dienst. • torn, komt van tornen: tornen nu beteekend in het gemeen, de naaden lossnijden: gelijk een naajer, of naaister seid: lostornen, onttornen: een torn nu beteekend oneigendlijk een geschil, of gevegt: waar van het seggen, ik heb meenigen torn...