Wat is de betekenis van toffel?

2025-07-15
Prisma Fries Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Toffel

I. v. (-s), toffeltje, o. (-s), muil, pantoffel (voetbekleedsel): warme toffels; op toffels. II. m. (-s), (gew.) aardappel.

2025-07-15
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

toffel

1) (1864) (inf.) pantoffel. Zie ook: tofje*. • Toffel, m. (B.v.), muil, pantoffel, (voetbekleedsel). (I.M. Calisch en N.S. Calisch: Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal. 1864) • Mamma me toffels staan bij u! (Herman Heijermans: Kamertjeszonde. 1898) • Hier staan je toffels, vadertje. (Herman Heijermans: Het zevende gebod. 1899)...

2025-07-15
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

toffel

(zn) tafel BM, TM.

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

toffel

v. -s, toffeltje; pantoffeltje.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

toffel

('toffәl) v. (-s; -tje) Gemz. pantoffel.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Toffel

v./m. (-s), muil, pantoffel.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal