Wat is de betekenis van toekomende?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

toekomende

toekomende - Deelwoord 1. verbogen vorm van het onvoltooid deelwoordtoekomend van toekomen

2024-04-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

toekomende

Toekomstige man of vrouw: aanstaande, verloofde. Mona en Bertientje gaan trouwen en schreien alle dagen een paar keren omdat ze niet genoeg meekrijgen. De toekomende van Bertientje zou haar toch huwen al stond ze in haar hemd, VERMEYEN 1947, 84.

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

toekomende

aanstaande.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Toekomende

I. o., (niet alg.) de toekomst: het toekomende voorspellen: II. m. en v. (-n), 1. (in officiële stijl, thans nog in Z.-Ned.) persoon die in de toekomst zal bestaan, lid van een komend geslacht: Leopold III, Koning der Belgen, aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, Heil!; 2. (gew., inz. Zuidn.) toekomstige man of vrouw, verlo...

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

toekomende

o. toekomst : in het -, in ’t vervolg, voortaan.