Wat is de betekenis van tocar?

2025-07-17
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

tocar

aanraken, bevoelen, betasten; bespelen, spelen op (een muziekinstrument); luiden (de klokken); toetsen; treffen, raken, roeren; reppen van, vermelden; retoucheren; een haven aandoen, in een station uitstappen; eso no me toca a mí, dat gaat mij niet aan, dat is mijn zaak niet; ten deel vallen; het haar kammen van, kappen; tocar de cerca, nauw...

Gerelateerde zoekopdrachten