Wat is de betekenis van terugloop?

2024-04-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

terugloop

terugloop - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van teruglopen ♢... dat ik terugloop

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Terugloop

m., g. mv., het teruglopen, inz. het achteruitlopen van een vuurwapen of stuk geschut door de schok bij het ontbranden van de lading.

2024-04-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

terugloop

m. 1. Algm. het teruglopen. 2. Inz. het teruglopen (1): de van een kanon na een schot.

2024-04-16
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Terugloop

Terugloop noemt men de achterwaartsche beweging van een stuk geschut bij het vuren. Deze geschiedt door de uitzetting van het buskruid bij het ontbranden, waardoor eene drukking ontstaat naar alle kanten, die evenwel geene zijwaartsche beweging veroorzaakt, omdat zij rondom gelijkelijk drukt op de zijwanden. Anders echter is het met de drukking in...