Terugloop
m., g. mv., het teruglopen, inz. het achteruitlopen van een vuurwapen of stuk geschut door de schok bij het ontbranden van de lading.
Van Dale Uitgevers (1950)
m., g. mv., het teruglopen, inz. het achteruitlopen van een vuurwapen of stuk geschut door de schok bij het ontbranden van de lading.
Wiktionary (2019)
terugloop - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van teruglopen ♢... dat ik terugloop
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
m. 1. Algm. het teruglopen. 2. Inz. het teruglopen (1): de van een kanon na een schot.
Anthony Winkler Prins (1870)
Terugloop noemt men de achterwaartsche beweging van een stuk geschut bij het vuren. Deze geschiedt door de uitzetting van het buskruid bij het ontbranden, waardoor eene drukking ontstaat naar alle kanten, die evenwel geene zijwaartsche beweging veroorzaakt, omdat zij rondom gelijkelijk drukt op de zijwanden. Anders echter is het met de drukking in...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: